Vrijdag 18 juli 2003 Nuenen - Salies de Bearn (Fr)
We hebben er dit jaar voor gekozen om met de auto richting Pyreneen te trekken en van daar uit op de fiets te springen. Via internet kom ik in contact met de familie Douma die in Salies de Bearn een mooie camping, Domaine D'esperbasque, runnen. Ik stel voor om daar, tegen een vergoeding, mijn auto te parkeren voor de tijd dat wij op de fiets zitten. Daarom vertrekken we rond 20.30 uur per auto richting Frankrijk. In Eersel komen we erachter dat we allebei geen rijbewijs bijhebben en dat ook de autopapieren nog thuis liggen. We gaan dan ook op fietsvakantie. Toch maar even terug naar Nuenen, dit blijkt later geen slechte keus.
Na een verder voorspoedige reis met hier en daar een opstopping komen we in de middag in Salies aan en zien de camping al mooi op een heuvel liggen. We worden vriendelijk ontvangen door de familie Bouma en krijgen een plaats toegewezen voor een nacht voor de tent en een schaduwrijke plaats voor langere tijd voor de auto.
Zondag 20 juli 2003 Salies de Bearn - Biarritz
Het begin van de fietsrit kent ook zijn problemen. Allereerst raken we een revetje kwijt wat nodig is voor Frans zijn remmen en vervolgens trekken we tijdens het inpakken het elastiek van een van de tentstokken kapot. Maar goed voor alles is een oplossing.
We vertrekken via Caresse richting St. Pierre-d'rube door een mooi Frans-baskisch landschap en oude, fleurige dorpjes. Er is geen vlak stuk te bekennen maar ondanks de hitte(30 gr.) gaan we gestaag omhoog en als een speer weer naar beneden. Hoogste snelheid is dan bij Frans 72 km.p.u. en Carmen haalt een nieuw record met 66.6 km. Van St. Pierre is het nog een stukje naar Bayonne en kunnen we ons opmaken voor de Franse kust in Biarritz. We zien door een straatje "de Golf" en rijden richting de zee. Het is in Biarritz een drukte van jewelste met flanerende mensen en heel veel tentjes; kleding, surfboards en bodyboards en eten en drinken. We komen terecht bij een surfwedstrijd en kijken met de talloze toeschouwers en juryleden met een minder streng oog naar de gasten die in zee op de grote golven liggen te wachten om meegesleept te worden op de flanken van de golven. Een mooi gezicht. Maar goed wij moeten verder, op zoek naar een slaapplaats op een camping. Na een klimmetje bereiken we een camping die ondanks het bord "vol" toch nog een gaatje voor onze tent kan vinden.
Maandag 21 juli 2003 Biarritz - Igueldo (S)
Na een nacht van bliksem, onweer en een fikse regenbui worden we wakker onder een zwaar bewolkte hemel. Binnen een uur hebben we onze 1e regenbui te pakken. De route gaat richting St. Jean de Luz naar Hendaye over de zeer drukke N1. Een pittige tocht met veel klimmetjes. In Hendaye vermoeden we dat we de baai over kunnen steken met een bootje, wat ook blijkt te kloppen. De Bob, mijn aanhanger, los en alles in het bootje. Zonder dat we er eigenlijk rekening mee houden, stappen we uit in Spanje! We krijgen hier meteen te maken met de baskische taal . De opschriften op winkels, restaurants en plaatsnaamborden lijken in de verste verte niet op hetgeen ik tijdens mijn cursus Spaans geleerd heb.
Ook hier kunnen we niet anders rijden dan over de drukke N1 richting S. Sebastian. De kaart geeft nog wel een klein weggetje aan maar we kunnen dat niet vinden. Ondertussen kunnen we ook de regenjas weer aan en zorgt de regen en de laag leem/klei op de weg van een verbouwing ervoor dat in no-time alles onder de smurrie zit inclusief wijzelf.
In S. Sebastian rijden we over de prachtige boulevard langs een mooie aparte tweedeks draaimolen over een echt fietspad. We vergeten eigenlijk op een terrasje te gaan zitten voor een hapje zodat we na een klim van zo'n 5 km in het hoger gelegen Igueldo een camping vinden. De camping heeft zelfs een restaurant wat eerst wordt opgezocht om daarna door te gaan met het gebruikelijke; tent opzetten, douchen, kleding wassen, pilsje drinken, dagboek schrijven en ons weer druk maken over de volgende etappe.
Dinsdag 22 juli 2003 Igueldo - Markina Xemein
Vanuit Igueldo opnieuw over de N1 vertrokken via de binnenlanden richting Zarautz aan de kust. In Zarautz zien we de zee weer en krijgen een werkelijk schitterend stuk langs de kust met natuurlijk de inmiddels niet meer weg te denken klimmetjes. Door een foutje van de gezagvoerder rijden we bij Ondarroa het binnenland in en wanen ons even in Oostenrijk. Dezelfde natuur, vergezichten en bebouwing maar de benamingen op de landkaart laten zien dat we in Spanje zitten, en nog verkeerd ook. Goede raad is duur en we besluiten maar door te rijden naar Markina Xemein wat een redelijke plaats lijkt. Direct vinden we het bordje "info turismo", helaas blijkt het pand gesloten. Dan maar even rondrijden en een terrasje opgezocht bij een cafe-restaurant-hotel. Na een uur nog maar eens rondgereden en rondgevraagd naar een camping in de buurt. Niemand kon er ons een aanwijzen, ook niet het stel met een heel verleidelijk grasveldje waar later de schapen wel op mochten staan. Ze begrepen mijn hint niet, was mijn Spaans dan toch nog niet helemaal perfect??? Dan maar het hotel opgezocht bij een allervriendelijkste Spaanse dame van wie haar overleden man ook een fanatiek fietser was. De kamer was mooi en de douche heerlijk maar je mist toch de campingsfeer. Helaas bleek zo rond etenstijd dat noch het hotel, noch het dorp een restaurant bezat. Nog net op tijd konden we in een supermarkt wat inkopen doen zodat we op ons kamertje ons tegoed deden aan brood met Spaanse kaas en chorizo en een heerlijk Spaans wijntje. Vakantie is bueno.
Woensdag 23 juli 2003 Markina Xemein - Castro Urdiales
Op richting Bilbao, het doel voor vandaag. Door de stukken die ik gelezen had over de stad en natuurlijk over het Guckenheimer museum was ik toch wel nieuwsgierig geworden naar de stad. Uiteraard was de weg ernaar toe weer rijk bezaaid met klimmetjes en weer moesten we uiteindelijk weer over die vervelende N1. De weg naar Bilbao wordt steeds drukker en in de stad zelf is het helemaal oppassen. Men is daar beslist niet gewend aan die trage fietsers, wel aan die snelle scootertjes die zich als een slang door het verkeer heen slingeren. Toch reageert geen enkele automobilist vervelend. Ze toeteren wel maar meer om ons te beschermen. Onderweg toch maar snel het museum op de foto gezet want ik kreeg zo het vermoeden dat het een bliksembezoek zou worden. De camping ligt volgens de kaart op 20 km buiten de stad en of we die dan 's avonds nog een keer op en neer fietsen, ik weet het niet.(of eigenlijk toch wel) Na de beloofde 20 km blijkt de camping niet meer te bestaan. Met 80 km op de teller en de benen niet al te soepel meer blijkt bij navragen dat we nog eens minimaal 20 km moeten. Verstand op 0 en verder maar weer. Castro Urdiales blijkt een zeer toeristisch stadje aan de Golf te zijn met heel veel nieuwbouw. In eerste instantie hebben we moeite met het vinden van de weg naar de camping maar uiteindelijke vinden we de stijgende weg die ons naar de camping brengt die boven de stad uitsteekt wat wel een heel mooi uitzicht geeft. Het betrof hier een terrassencamping. Toen die man van de camping zijn hand omhoog hief om aan te geven waar we moesten gaan staan met de tent, dacht ik even dat Carmen hem aan zou vliegen, niet weer omhoog. Zowel de reactie van Carmen als de hoogte bleek mee te vallen. Ik heb zelfs nog niet getracht om voor te stellen om naar Bilbao te gaan. Ik heb de foto's in het meegenomen boek nog maar eens bekeken.
Donderdag 24 juli 2003 Castro Urdiales - Noja
Nog steeds met loodzware benen besluiten we vandaag een korte etappe te fietsen, voor zover als dat kan natuurlijk!
Bij Laredo kunnen we opnieuw een baai omzeilen door gebruik te maken van een bootje. Dit eerst even checken bij de info Turismo." Het is geen Ferry maar een gewone boot". Ons allang goed dat scheelt weer 30 km over die drukke weg. Helemaal op het uiterste puntje van de Playa Laredo ploegen we met onze fietsen richting strand, wachtend op een boot. Allebei wachten we op het moment dat Ralph Inbar komt vertellen dat het Candid Camera is. In "the middle of nowhere" staan we daar op het strand stil en verlaten. Ik kom superlatieven tekort.
Dan toch uit het niets, een boot met een uitschuif-loopplank. Na een vragende blik van mister boatsman sleuren we ons hele hebben en houden weer aan boord en krijg ons er nog maar eens af.
In Noja vinden we een camping en houden het daar voor gezien. Kunnen we mooi even naar de Tour de France luisteren en horen dat Servais Knaven zijn etappe wint. Even een dutje en dan de Spaanse horeca gaan ontdekken. Een diner met een lap vlees op zijn Amerikaans doet een mens weer goed.
Helaas komen we 's nachts behoorlijk slaap tekort als de buren, een groep jongeren, een voor een uit de disco komen, en iedere keer weer vertellen van de ervaringen van die avond. Een tentdoekje is dan niks. Rond 05.00 uur zijn ze uitverteld.
Vrijdag 25 juli 2003 Noja - Queveda
De vijand moet je door middel van zijn eigen wapenen verslaan, zei ooit een overbekend veldheer. Hij kon toen nog geen gebruik maken van een radio maar wij wel. 's Ochtends vroeg opgebroken onder begeleiding van een Spaanse discozender op de radio. Onze buren kijken er na het ontwaken niet zo blij bij maar goed, 's avonds een vent of een meid dan des morgens ook.
We nuttigen in Noja zoals iedere morgen bij een koffiebar een ontbijtje en laten Noja weer achter ons liggen om richting Santander te gaan. Ook nu kunnen we weer een baai over met de boot naar Santander. Geluk doet een mens goed!! Op de boot stapt een collega biker met het zadel in zijn hand. De bout van zijn zadel is verdwenen. Nou heb ik altijd tie-wraps (kunststoffen binders) bij me, waarmee je van alles kunt repareren. Ook nu kunnen we het zadel ook vast zetten en kan hij zittend zijn weg vervolgen. Na Santander volgen we de N611 die naast de snelweg loopt, dat wil zeggen dan eronder dan erboven. Omdat we, door het iedere keer afsnijden van de baaien, kilometers overhouden besluiten we mede door de temperatuur en het vele klimmen te stoppen en in Quevada de camping te pakken. Op deze camping zijn ook weer groepen jongeren neergestreken die elkaar proberen te overtroeven met de muziek die uit de autospeakers schalt. Hier doe ik niets met mijn transistortje. We ontvluchten de camping voor een heerlijk dineetje. We wachten wel af als we weer terug op de camping zijn. De rest van de avond en de nacht verloopt rustig. Rond etenstijd, 22.00 uur gaat de radio af en gaat ook de jeugd rustig zitten eten en daarna te bed.
Zaterdag 26 juli 2003 Quevada - Pechon
Om 09.00 uur zitten we gewassen en gegeten op de fiets. In verband met de hitte willen we eerder aanrijden om rond het middaguur als de zon op zijn hoogste stand staat van de fiets af te kunnen. We slingeren door het achterland met zo nu en dan weer eens zicht op de zee. De weg is heel voorspelbaar: na een klim een mooie afdaling (nieuw PR Carmen 70 km.p.u. en Frans 77 km.p.u.) en meteen weer naar de volgende klim. Zo fietsen we een kilometer of 40. In San Vicente drinken we koffie met een broodje en komen erachter dat het of nog 10 km is naar een camping of nog 50. We kiezen maar voor het eerste. We komen dan uit in Pechon, het laatste plaatsje aan de kust alvorens we afbuigen naar de Picos de Europa. De weg naar Pechon geeft ons een prachtig uitzicht over de Costa Verde. Morgen landinwaarts over minder drukke wegen en minder drukke campings. Het uitzicht over de Picos geeft mij weer goede zin. Liever de bergen dan de kust met al zijn onrust.
Naar week 2
|